Wet DBA & ZZP’ers, werk aan de winkel
Op donderdag 21 november hebben we een kleine greep ZZP’ers uit ons netwerk tijdens een webinar meegenomen in alle informatie rondom de wet DBA. Dankzij de presentatie van Bedrijfsjurist Willem van der Linden weten deze ZZP’ers nu wat heb te wachten staat vanaf 2025 en zijn alle vragen beantwoord.
Lees hieronder de belangrijkste informatie uit de webinar. *Auteur: JWLegal, Jan Willem van der Linden
1. Wat staat er te gebeuren in 2025?
Dat de Belastingdienst in 2025 weer zou gaan handhaven op schijnzelfstandigheid, is al in 2022 aangekondigd. Ondanks diverse politieke ontwikkelingen sinds 2022, is dit voornemen ongewijzigd gebleven. Onder schijnzelfstandigheid wordt verstaan: het werken als zelfstandige, terwijl de arbeidsrelatie (tussen zelfstandige en opdrachtgever) de kenmerken heeft van een arbeidsovereenkomst.
Handhaven op schijnzelfstandigheid betekent: het beoordelen van individuele arbeidsrelaties. Bij vaststelling van schijnzelfstandigheid kunnen aan de opdrachtgever naheffingen worden opgelegd.
De spelregels voor de beoordeling van een arbeidsrelatie zijn in 2025 dezelfde spelregels als nu in 2024 gelden. En die in grote lijnen in 2016 al golden (en daarvoor ook al). Kortom, die zijn niet nieuw.
De wet DBA van 2016 hield niet veel meer in, dan dat de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) werd afgeschaft. Vervolgens werd in 2016 om uiteenlopende redenen (onrust, capaciteit, wetgevingsplannen) besloten om de actieve handhaving op schijnzelfstandigheid op te schorten, het ‘handhavingsmoratorium’.
Niet handhaven is niet normaal, daar hoort vroeger of later een eind aan te komen. De beslissing om weer te gaan handhaven is mede ingegeven door de enorme toename van het aantal ZZP-ers, waaronder relatief veel schijnzelfstandigen.
Er is sprake van een groep ‘problematische schijnzelfstandigen’ aan de onderkant van de arbeidsmarkt (veelal gedwongen, vaak onderbetaald, geen ontslagbescherming). Verder is er over de hele linie ook een groot aantal ZZP-ers, die weinig of niets regelen voor bijvoorbeeld ziekte, tegenwind, pensioen e.d.
Over beide categorieën maakt de politiek zich zorgen. Nog langer niet handhaven zou kunnen leiden tot een verdere toename van ongewenste maatschappelijke gevolgen. Wat je hier ook van vindt, de handhaving per 2025 zit er aan te komen. De laatste maanden is de nodige onrust over de handhaving ontstaan:
- Onbekendheid met de spelregels, wat mag wel en wat niet
- Onbekendheid met het beleid en de aanpak van de Belastingdienst
- Terugloop van opdrachten van kopschuwe opdrachtgevers
- Vrees van opdrachtgevers voor toenemende personeelskrapte door een mogelijke uittocht van ZZP-ers
Van een bijzonder grote pakkans is eigenlijk geen sprake. Uiteraard is het geen aanrader om daarom maar achterover te leunen. Het risico van naheffingen kun je voorkomen door voortaan de arbeidsrelatie te toetsen en de positieve uitkomst te bewaren.
Door het langdurig niet-handhaven is bij velen weggezakt wat de spelregels ook alweer zijn. Onder ZZP-ers zijn autonomie, een betere werk-privé balans en de netto verdiensten vaker gehoorde drijfveren dan zoiets als ondernemerschap. ZZP-er worden als werkvorm, wordt gezien als een vrije keuze. Die vlieger gaat in 2025 niet meer op.
En opdrachtgevers maken bij de inhuur van medewerkers en de uitvoering van de werkzaamheden vaak geen onderscheid tussen ZZP-ers en bijvoorbeeld gedetacheerden of uitzendkrachten. Daar zal nu ook verandering in moeten komen.
Hoofdstuk 2. Wat zijn de spelregels ook alweer
Hoofdstuk 3. Wat kun je doen tegen schijnzelfstandigheid
Deze hoofdstukken vind je in onze whitepaper. Vraag deze hier aan.